Het is woensdagmiddagmiddag twee uur. De lessen op de Hogeschool zijn in volle gang. Het zonnetje schijnt en de studenten zijn zomers gekleed. Hip gekleed ook, valt mij op. Na een aantal jaar op kantoor met vrij formele kledingcodes voelt het soms alsof ik in een auditie van Idols ben beland, zo trendy en casual zien de meeste studenten op de EHvA er uit.
Het profiel van de deeltijdstudenten verschilt. Iedereen heeft een HBO- of WO-opleiding achter de rug en een deel heeft al langdurige werkervaring in een ander vak. Sommigen zijn al vakleerkracht, maar willen nu ook graag de lesbevoegdheid voor het basisonderwijs behalen. De meesten zijn enorm gemotiveerd, de energie is voelbaar in het lokaal.
Ik denk aan de opmerking van mijn geschiedenislerares op een reünie van onze middelbare school, toen ik haar vertelde over mijn switch naar het basisonderwijs. Op haar gebruikelijke cynische manier riep ze: “Dan geeft tenminste iemand goed rekenonderwijs!” Waarmee ze verwees naar de berichten in de kranten die weken over de slechte prestaties van Pabo-studenten.
Het lesprogramma op woensdag is vol, we hebben les tot tien uur ‘s avonds. Eerst krijgen we een les taaldidactiek, over kinderliteratuur en leesbevordering. Wat fantastisch dat ik hier straks voor mijn werk mee bezig mag zijn! Daarna volgen onder andere een schrijfles (mijn krakkemikkige handschrift gaat op de schop), een les pedagogiek (didactiek aan jonge kinderen), een rekenles, een aardrijkskundeles en een les ontwikkelingspsychologie. Ook heb ik een bijeenkomst met mijn coachgroep. Daarin wordt onder begeleiding van een coach gereflecteerd op onze voortgang en ervaringen op de stageschool.
De opleiding draait om het behalen van een zevental competenties. Zo moet ik aantonen dat ik “pedagogisch competent” ben, maar ook dat ik kan “samenwerken met mijn omgeving”. Mijn ontwikkeling wordt ieder semester vastgesteld in een assessment. Dit betekent dat een assessor naar aanleiding van een les op mijn stageschool inschat in hoeverre ik de competenties beheers. Daarvoor bekijkt de assessor ook mijn digitale portfolio, waarin ik bewijzen van de zeven vaardigheden moet verzamelen. Dit kunnen ook ervaringen in het verleden zijn.
Maar hiermee ben ik er niet. Ieder week moet ik lessen voorbereiden voor mijn stagedag en deze na afloop bespreken met de leerkracht in de klas. Elk semester krijg ik tweemaal bezoek van een stagebegeleider, die een les beoordeelt en mijn ontwikkeling en portfolio bespreekt. Hiernaast moet ik een paar voortgangstoetsen maken en minimaal een acht voor de rekentoets en een 9 voor de taaltoets halen, die helemaal niet zo eenvoudig zijn.
Mijn oude geschiedenislerares heeft wellicht voor een deel gelijk. Natuurlijk kunnen leerkrachten hun prestaties verbeteren. Maar na enkele weken stagelopen en lessen volgen aan de Pabo, ben ik er van doordrongen dat het beroep van leerkracht en de verkorte deeltijdopleiding aan de EHvA best pittig zijn. Anders gezegd: die lesbevoegdheid geven ze niet zomaar weg!