Na het geven van de les over meten (Wie is het langst?) heb ik de smaak te pakken. De week erop bedenk en geef ik weer zelf een les. Dit keer gaat het over het ‘herkennen van vormkenmerken van mensen’ en moet de les bijdragen aan de ontwikkeling van technische en motorische vaardigheden. Hoe gaan de kinderen dat leren? Door het knippen en plakken van hun eigen gezicht.
Vooraf heb ik een hoop materialen verzameld, waaronder printjes van zelf getekende ogen, monden, neuzen en oren. Ook heb ik een paar spiegels meegenomen. Zo kunnen de kinderen zichzelf bestuderen voor ze aan de slag gaan. In de kring laat ik de kinderen een voorbeeld-gezicht zien. Ik vraag de groep wat het kan zijn. ‘Een geziiiiicht!’ klinkt het zangerig door het lokaal. Ik laat Mark de ogen aanwijzen en Isa de mond. Vervolgens vraag ik de kinderen om hun eigen ogen en neus aan te wijzen. Ik vraag een aantal kinderen wat voor kleur ogen ze hebben en of hun lippen dik of dun zijn.
Dan laat ik een ander papieren voorbeeld-gezicht zien, waar ik alleen een mond en maar één oog op heb geplakt. Ik vraag wat er niet klopt. De kinderen wijzen dat het oog naar rechts moet. ‘En er moet er nog eentje bij!’ giechelt Julia. Gelukkig is ook snel duidelijk dat het gezicht niet af is zonder neus en oren. Dan mogen de kinderen in groepjes om de beurt hun eigen gezicht knippen en plakken. Daarvoor krijgen een vel met daarop verschillende ogen, neuzen, oren en monden. In de spiegel kunnen zij kijken welke plaatjes bij hun gezicht passen. Die mogen ze uitknippen en opplakken. Stap voor stap laat ik zien wat de kinderen moeten doen.
Dan komen de kinderen in groepjes bij me. Daar leg ik het kort nog eens uit, waarna alles soepel verloopt. Sommige kinderen hebben moeite met het knippen, anderen zijn snel klaar. Hier en daar mist nog een oog. En niet alle kinderen hebben gekeken of hun ogen nou blauw, groen of bruin zijn. De les verloopt rustig en de kinderen komen vragen of ze ook al aan de beurt zijn. Dat vind ik een goed teken.
Na afloop geeft Doris weer feedback. Het is fijn om zo zorgvuldig begeleid te worden. Ze is niet overdreven kritisch en als ze kritiek heeft, dan brengt ze dat op een fijne (opbouwende!) manier. Zo zegt ze dat het ook leuk was geweest als ik dieper in was gegaan op de functies van de organen. Nu kwam dat niet aan de orde. Misschien kan ik er een lessenserie van maken. Ik neem me dan ook voor om hiermee aan de slag te gaan!