Zorgvuldig vul ik de vragen op het formulier in. Nee, ik voer niet meer dan $10.000 in en ook geen planten of dieren. Ik ben al helemaal niet veroordeeld voor “genocide” of een ander misdrijf. Vraag me af wat er zou gebeuren als ik “ja” zou antwoorden en of iemand al deze formuliertjes werkelijk bekijkt.
Geland op Hartsfield-Jackson Atlanta International Airport, wacht ik vol spanning op de shuttle die mij naar de Howard Johnson Inn zal brengen. Terwijl ik het busje van het Marriott Hotel voor de derde keer voorbij zie komen en de chauffeur mij begroet alsof we ondertussen oude bekenden zijn, begin ik te twijfelen aan het bestaan van de slaapplek die ik via internet geboekt heb. Een behulpzame piloot wijst mij op de “courtesy phone” waar ik dankbaar gebruik van maak. De receptionist neemt op alsof hij in slaap was gesukkeld, maar verzekert mij, dat mijn shuttle er binnen enkele minuten zal zijn. Vijf minuten later arriveert inderdaad een sputterend busje, met op de zijkant in sierlijke letters de naam van mijn bestemming.
Terwijl de chauffeur, een enorm zwaarlijvige Afro-Amerikaan, een slok neemt uit zijn gigantische coca cola, informeert hij: “what brings you to Atlanta ma’am…?”. Ik vertel dat ik op weg ben naar Guatemala, om daar rond te reizen en Spaans te leren. Hij meldt, dat hij uit Washington naar Atlanta is gekomen om een “better life” te krijgen. Als ik vraag hoe lang dat geleden is, antwoordt hij dat hij inmiddels tien jaar in Atlanta woont.
Aangekomen in het hotel, pak ik moe mijn tas uit op mijn kingsize bed. Ik heb last van het tijdsverschil en snak naar mijn bed. Op mijn raam staat, dat het hermetisch is afgesloten voor mijn eigen veiligheid. Het “non smoking” bordje is van mijn deur gevallen. Omdat het drankenapparaat op de gang “out of order” is, besluit ik op zoek te gaan naar een eetgelegenheid.
Bij een kleine Burger King om de hoek, die op een paar jongeren en een gezin na leeg is, eet ik een whopper en wat frietjes. Een oudere man dweilt langzaam de vloer. Het is warm in Atlanta en alles verloopt traag. Als ik terug loop naar het hotel, waarschuwt een passant mij, dat er “police” is. Ik zie hoe op de hoek van het hotel een man zijn handen op zijn auto heeft geplaatst en door twee agenten gefouilleerd wordt. Het lijkt op een arrestatie uit een televisieserie.
Op de deur van het hotel staat, dat ik op moet passen, het is een “two way entrance”. Ik bedenk, dat iedereen mij gewaarschuwd heeft voor de gevaarlijke kanten van Guatemala, maar dat niemand mij heeft gewezen op de gevaren van Atlanta, Georgia. Ik ga op zoek naar een teken van thuis en check mijn e-mail op de gemeenschappelijke computer. Het bordje ernaast zegt, dat het personeel geen gebruik mag maken van het apparaat. Met op de achtergrond het vertrouwde gekwetter van Oprah schrijf ik, dat ik snel meer zal vertellen over mijn avonturen in Guatemala.